De AKO-Literatuurprijs 2010 is gewonnen door David van Reybrouck voor zijn boek Congo. Niet verwonderlijk dat een Belgische schrijver dit als onderwerp kiest, want de Congo was lange tijd een Belgische kolonie, zeg maar gerust een soort blank uitplundergebied onder de evenaar. De andere mededingers naar het geldbedrag van 50.000 euro hadden het nakijken. Dit waren Kees van Beijnum met Een soort familie, Oscar van den Boogaard met Meer dan een minnaar, Tom Lanoye met Sprakeloos, Willem Jan Otten met Onze lieve vrouwe van de schemering en Koen Peeters schrijver van De bloemen. Goed geschreven boeken allemaal van vakkundige auteurs, maar toch voorbij gestreefd door Congo. Ja, een prijsuitreiking is nu eenmaal een wedstrijd in de ware betekenis van het woord. Of zoals Abba zingt: The winner takes it all, the loser is standing small.

Congo is geen roman, maar een geschiedkundig werk vol anekdotiek, wat het juist heel erg leesbaar en invoelbaar maakt. Misschien de doorbraak van een nieuw literair genre geent op de dekolonisatie. Hier in Nederland zou een boek over bijvoorbeeld Suriname, vol anekdotes en geschiedenis, kijk alleen maar eens naar de staatsgreep van Bouterse als inspiratiebron van mogelijk een Nederlandse David van Reybrouck. Voor menig romancier zonder inspiratie zeker het proberen waard.

Meer over hedendaagse literatuur op Lambo-Writing

 

 

Posted via email from literatuur